‘Vrouwenliefde als daad van verzet’

Essay door Tessel ten Zweege

fotografie: Bete van Meeuwen

Al zo lang als ik me kan herinneren heeft biseksualiteit natuurlijk gevoeld. Een leven lang houden van mensen in al hun verscheidenheid. Mijn hoofd neerleggen op de zachte ron- dingen van mijn vriendin, maar ook op de platte borst van mijn vriendje. Het ene moment lippenstift van mijn mond afvegen en het andere moment het geprikkel van stoppeltjes tegen mijn wang. Gender is toch verzonnen, dus waarom zou ik het mijn liefde laten begrenzen?

Totdat de wereld me duidelijk maakte dat ik een vrouw ben. Door me te intimideren, in mijn billen te knijpen en niet voor me aan de kant te gaan wanneer ik op straat loop. Door minder ruimte voor me over te laten, door me schattig te noemen als ik gepassio neerd aan het vertellen ben, door me bazig te vinden als ik geloof in wat ik te vertellen heb. En als ik dan thuiskwam en mijn hoofd op zijn platte borst neerlegde, had hij geen idee wat ik had meege- maakt. Ze hadden het toch vast niet zo bedoeld, die mannen? Had ik het me niet ingebeeld? Was ik misschien ongesteld, te feminis- tisch, zag ik in alles de achterstelling van de vrouw?

Maar ik bén een vrouw. Ik zie alles door de ogen van een vrouw. Kunnen cisgender mannen mij ooit begrijpen? Of is vrouwenliefde de enige weg naar bevrijding?

Zoals ik altijd doe, zocht ik antwoorden in feministische boeken. Mijn vragen raken aan de kern van wat de Amerikaanse dichter en essayist Adrienne Rich al in 1980 beschreef als een fundamenteel probleem: verplichte heteroseksualiteit. In haar essay Compulsory Heterosexuality and Lesbian Existence betoogt Rich dat heteroseksualiteit geen neutrale of vanzelfsprekende keuze is, maar een systeem van controle. Rich, die ik leerde kennen via een feministische leeslijst, hield zich niet in. In haar werk was het mannelijke geslacht geen neutrale partij, maar een actieve onderdrukker. Mannen schreven wetten, sloten vrouwen buiten van kennis, onderwijs en politieke macht. In Nederland bijvoorbeeld mocht een vrouw tot 1957 geen eigen bankrekening openen als ze getrouwd was, en verkrachting binnen het huwelijk werd pas in 1991 strafbaar. De heteroseksuele relatie, stelt Rich, is het toneel waarop deze machtsverhoudingen tot uiting komen. En liefde wordt daarin een instrument van onderdrukking. Ik keek terug op de liefhebbende mannelijke partners uit mijn verleden. Was dat geen liefde, maar onderdrukking?

Mijn beeld van mijn relaties met mannen verhardde. Er scheen een nieuw, scherp licht op. Rich’ analyse is radicaal, maar helder: heteroseksualiteit wordt niet alleen verwacht, het wordt actief op- gedrongen. Verplichte heteroseksualiteit. Compulsory heterosexuality, vaak afgekort tot CompHet, is het idee dat vrouwen vanaf jonge leeftijd leren om zich te identificeren met mannen en hun belangen. Ze worden aangespoord om hun liefde, aandacht, bewondering en solidariteit te richten op mannen. In die zin is heteroseksualiteit niet alleen een seksuele oriëntatie, maar een systeem van macht en identificatie. Rich noemt dit ‘male-identification’. En voor mij zag dat er dus uit als gesprekken waarin ik me kon inleven in de ervaringen van mijn vriend, maar stuitte op onbegrip als ik over mijn ervaringen vertelde. Alles ervaren wij anders: op straat lopen in het donker, over je plannen vertellen tijdens meetings, kijken naar je eigen lichaam en begrijpen dat je voor de rest van je leven vooral wordt beoordeeld op hoe mooi, dun en aantrekkelijk je bent.

Is vrouwenliefde dan de oplossing? Volgens Rich is het lesbische bestaan geen alternatieve seksuele voorkeur, maar een radicaal politiek standpunt. Een weigering om je te laten definiëren door mannen. Ze schrijft: ‘Lesbian existence is a reality and a source of knowledge and power available to women.’ In plaats van mannen centraal te stellen, nodigt Rich vrouwen uit om zich te identificeren met andere vrouwen: emotioneel, seksueel, politiek. Niet om mannen te haten, maar om eindelijk ruimte te maken voor vrouwelijk leven dat niet altijd in relatie staat tot de mannelijke blik.

In deze context wordt vrouwenliefde een daad van verzet. Niet per se omdat lesbisch zijn radicaler is dan hetero zijn, maar omdat het weigert mee te doen aan een systeem dat vrouwen structureel onderdrukt. Rich roept op tot women-identification: een bewust kiezen voor vrouwen, voor vrouwelijke solidariteit, voor een perspectief waarin vrouwen niet langer object zijn, maar subject. Voor mij betekent dat: vrouwen geloven wanneer ze vertellen over hun ervaringen, ook als die indruisen tegen het dominante narratief. Vrouwen steunen in plaats van beconcurreren. Alert zijn op wanneer ik meer waarde hecht aan de mening van een man dan die van een vrouw. Het vraagt om bewustzijn, zelfonderzoek en ongemak. Maar het levert ook iets op: verbondenheid, inzicht, en bovenal vrijheid.

Is dan alleen van vrouwen houden feministisch of ware vrijheid? Wat betekent dat voor mijn biseksualiteit?

Ik geloof in een wereld waarin we luisteren naar elkaars ervaringen en van elkaar leren, ook als we nooit dezelfde dingen zullen meemaken. Mijn feminisme bestaat uit solidariteit en empathie met de mensen wiens pijn ik nooit zal voelen, maar die me wel in actie brengt. Ik loop anders over straat dan transvrouwen, ik mag vaker uitpraten dan vrouwen van kleur, ik mag huilen in het openbaar op een manier waarop mannen dat minder wordt toegelaten. Het summum van onze ervaringen en verschillen is mijn strijd. Dus ik kan houden van mensen die niet op mij lijken en de tijd nemen om te luisteren, stil te staan, uit te leggen. Zolang mijn liefde maar bereid is om naar mij te luisteren.

Adrienne Rich schreef: ‘Identificatie met vrouwen is een bron van energie, een potentiële bron van vrouwelijke macht, ingeperkt door de instelling van heteroseksualiteit, waaruit te ontsnappen valt.’ Dat ontsnappen begint met durven vragen: voor wie leef ik eigenlijk?

Of mijn liefde nou een stoppelbaardje, zachte rondingen, een platte borst of gestifte lippen heeft, ik heb geleerd om aan liefde andere eisen te stellen. Niet langer iemand die me bevestigt in mijn vrouw-zijn, maar iemand die het met me bevraagt. Iemand die samen met mij huilt als vrouwenrechten worden teruggedraaid, als we niet mogen uitpraten en we niet de baas blijken over ons eigen lichaam. Iemand die net zoveel van vrouwen houdt als ik.

‘Is vrouwenliefde de enige weg naar bevrijding?’ – Tessel ten Zweege